Met het opzwepende Do You Wanna Hold Me had Bow Wow Wow, met de jonge stijlvolle vocaliste Annabella Lwin, alleen in ons land een grote hit, die bijna op nummer 1 kwam.
Nummer 2-hits zijn er in alle soorten en maten. Sommige zijn inmiddels bijna vergeten, andere hebben een allertijdenstatus weten te verwerven, ondanks dat ze niet de felbegeerde nummer 1-positie in de Nederlandse Top 40 wisten te behalen.
Deze week is het precies 40 jaar geleden dat Do You Wanna Hold Me van de Britse popband Bow Wow Wow de Nederlandse Top 40 binnenkwam. De groep rond tienerzangeres en blikvangster Annabella Lwin wist op dat moment in hun eigen land de Top 40 niet meer te halen, maar bij ons scoorde de groep kortstondig hun grootste hits. De muziek van de band werd beschreven als een mix van new wave, pop en worldbeat en werd geïnspireerd door Afrikaanse tomtom drumbeats, zoals van The Royal Drummers of Burundi. Met het aanstekelijke ongecompliceerde Do You Wanna Hold Me werd het geluid van Bow Wow Wow commerciëler en hadden ze bijna een Nederlandse nummer 1-hit.
Stuart Goddard had als Adam Ant eind 1979 met zijn band The Ants hun debuutalbum Dirk Wears White Sox (genoemd naar acteur Dirk Bogarde) uitgebracht. De langspeelplaat bevatte een muzikaal huwelijk tussen punk en glamour en bereikte in januari ‘80 de eerste plaats in de allereerste Britse Independent Chart. Adam Ant ontsloeg de manager van zijn band en hij benaderde Malcolm McLaren als opvolger. Deze Britse impresario, artiest en modeontwerper was bovenal bekend als manager van New York Dolls en Sex Pistols. McLaren was een enfant terrible en ondernemer die de popcultuur met provocerende en exotische elementen wilde verrijken. McLaren wilde echter met The Ants een nieuwe band vormen met een ander vocaal gezicht en zette Adam Ant aan de kant. Deze begon een nieuwe Ants-band en had in 1981 een uiterst succesvol jaar met twee Britse nummer 1-hits (Stand And Deliver, Prince Charming) en met Kings Of The Wild Frontier het bestverkochte album in de UK.
Talentscout David Fishel had een dertienjarig meisje horen meezingen met de radio in een stomerij in Londen. Ze deed succesvol auditie voor McLaren, waarna ze naar de Sylvia Young Theatre School ging. Haar naam was Myant Myant Aye, geboren in Rangoon, Burma. Ze noemde zichzelf Annabella Lwin.
McLaren had in de 13-jarige Annabella een vocale blikvangster voor Bow Wow Wow gevonden en hij werkte vervolgens met de drie oude Ants (drummer David Barbarossa, gitarist Matthew Asman en bassist Leigh Gorman) aan het vervolmaken van het concept. Het drumgeluid, gebaseerd op de Afrikaanse Burundi-blackdrums van Barbarossa, speelde een prominente rol in hun sound. McLaren had in eerste instantie nog een tweede zanger, die zich Lieutenant Lush noemde, in gedachten, maar dat zag de band helemaal niet zitten. Hij werd vervolgens wereldberoemd als Boy George van Culture Club.
De songs van Bow Wow Wow kregen naast het karakteristieke drumwerk ook een exotisch tintje mee, vermengd met seks en onschuld in tekst en presentatie. De groep kon in juli 1980 bij EMI-records tekenen en de eerste single werd uitgebracht: C·30 C·60 C·90 Go. De track werd oorspronkelijk alleen uitgebracht op cassette en was daarmee 's werelds allereerste cassette-single. EMI weigerde de cassette-single te promoten, vanwege songteksten waarin expliciet hometaping werd gepromoot (ook op de B-kant Sun, Sea and Piracy). Uiteindelijk verscheen er toch een vinylversie van C·30 C·60 C·90 Go en piekte de single in augustus tot #34 in de Britse Top 40. Kort daarop verscheen van Bow Wow Wow het mini-album Your Cassette Pet, dat enkel op cassette verscheen. Aangezien het 8 songs durende mini-album niet op vinyl verscheen kwam het alleen in aanmerking voor de UK Singles Chart en piekte tot #58.
Nadat EMI weigerde een grote promotietour van Bow Wow Wow te ondersteunen omdat Annabella nog leerplichtig was, verbrak McLaren in 1981 het contract. De groep tekende bij RCA, waar hun debuutalbum met de opmerkelijke titel See Jungle! See Jungle! Go Join Your Gang Yeah! City All Over, Go Ape Crazy, werd uitgebracht. Het album verscheen niet zonder schandaal. De hoesfoto, met een naakte Annabella, was een reconstructie van het beroemde schilderij Le Dejeuner Sur L’Herbe van Claude Manet. Door Annabella’s moeder werd een Scotland Yard-onderzoek gestart i.v.m. kinderpornografie, wat ertoe leidde dat een andere hoes werd gebruikt voor Amerikaanse releases. Uiteindelijk leidde het onderzoek nergens toe en werd de afbeelding hergebruikt voor hun vervolg-EP The Last Of The Mohicans. Hun debuutalbum See Jungle bevatte een mix van new wave- en dansmuziek. Voor de promotie van de elpee speelden ze in de Verenigde Staten in de voorprogramma’s van The Pretenders en The Police en in Europa deden ze dat bij Queen. De eerste single Chihuahua van hun debuutalbum werd nauwelijks een hit, met de opvolger Go Wild In The Country (een lofzang op de vrije natuur) leek het ook die kant op te gaan. De single kwam niet tot de Britse Top 40, totdat Bow Wow Wow op 11 februari 1982 optrad bij Top Of The Pops, waar de inmiddels 15-jarige Annabella haar kenmerkende mohawk-kapsel debuteerde. In maart stond Go Wild In The Country in de Britse top 10 en piekte tot #7. Het werd de grootste hit voor Bow Wow Wow in eigen land. In Nederland werd de single alleen gedraaid op het toenmalige Hilversum 3 bij de VARA, maar kwam niet eens tot de Tipparade. De groep had de cassette-principe van McLaren inmiddels laten vallen en Go Wild In The Country was de eerste single die niet door McLaren werd geproduceerd.
Ten tijde van de Amerikaanse voorprogramma’s werd er in mei 1982 door RCA een verzamelalbum I Want Candy uitgebracht. De titelsong van Bow Wow Wow was een cover van The Strangeloves uit 1965 (#11 USA) en werd geproduceerd door Kenny Laguna, bekend van zijn samenwerking met Joan Jett & The Blackhearts (I Love Rock’n Roll). I Want Candy werd zowel in ons land (#26) als in Amerika (#62) de eerste hit voor Bow Wow Wow. In hun eigen land werd het hun tweede top 10-hit, maar wel de laatste die de Britse Top 40 haalde. Op Hemelvaartsdag stond Bow Wow Wow op het legendarische Lochem popfestival.
Bow Wow Wow had inmiddels definitief de samenwerking verbroken met Malcolm McLaren. De band koos voor een commerciëler geluid, waarbij het twinky sixties gitaarspel van Matthew Ashman en de Afrikaanse ritmes van Barbarrosa gehandhaafd bleef. Annabella schreef nu ook mee aan alle songs en Mike Chapman werd hun producer. De groep bracht in februari ‘83 het meer gepolijste tweede album When The Going Gets Tough, The Tough Get Going uit: hun enige Nederlandse album-hit (#23). De eerste single Do You Wanna Hold Me kwam op MTV en werd hun tweede hitje in de States (#77). In de UK wist de single de Top 40 niet te halen. In ons land was het Frits Spits die Do You Wanna Hold Me als eerste oppikte. In de eerste week van maart koos hij de single tot Steunplaat in de Avondspits. Na 4 weken Tipparade kwam Do You Wanna Hold Me op 9 april 1983 op nummer 28 de Top 40 binnen en steeg vrij snel door naar de top 10. Op Koninginnedag stond de single een weekje op nummer 2 achter Let’s Dance van David Bowie. Do You Wanna Hold Me was voor Mike Chapman, zonder songpartner Nicky Chinn (Sweet, Mud, Smokie, Racey), zijn eerste Nederlandse solo nummer 2-hit als producer. Niet lang daarna zou hij voor Agnetha Fältskog ook een nummer 2-hit produceren: The Heat Is On.
Kort daarna stond de groep in de staat Colorado op hetzelfde podium als R.E.M., die toen nog niet doorgebroken waren. Alleen in Nederland kwam er een opvolger van Do You Wanna Hold Me. Dat kwam door dj Peter Van Bruggen, die de kampvuurballade The Man Mountain regelmatig draaide in zijn Weeshuis Van De Hits. RCA in Nederland besloot daarop de albumtrack op single uit te brengen, die vervolgens werd gekozen tot Alarmschijf. In de hete zomer van 1983 stond The Man Mountain op nummer 3 in de Top 40 en stond een weekje langer genoteerd dan Do You Wanna Hold Me. De groep was in Nederland voor een tv-optreden bij Veronica’s Countdown en tegen presentator Erik De Zwart vertelden ze dat de Amerikaanse tour hen behoorlijk had uitgeput. In september was het afgelopen met Bow Wow Wow. De bijna 17-jarige Annabella werd uit de band gezet en de overige leden gingen verder met een elektro-punkband Chiefs Of Relief.
Inmiddels was er in ons land een Nederlandse popgroep die Bow Wow Wow als blauwdruk nam. Het veel bravere G’race scoorde een top 5-hit met Manhattan. In hun hit zit zelfs een gitaarrifje van I Want Candy.
Gitarist Matthew Ashman was met zijn guitar twang-spel een voorbeeld voor gitarist John Frusciante van Red Hot Chili Peppers en ook No Doubt drummer Arian Young was een fan van Bow Wow Wow. Met Annabella Lwin en bassist Leigh Gorman maakte hij vanaf 2003 even deel uit van de band. Matthew Ashman kon dit niet meer meemaken, hij overleed in 1995 op 35-jarige leeftijd aan gevolg van diabetes. Annabella Lwin treedt nog altijd op. Geen jaren 80 wave-party is compleet zonder Bow Wow Wow.
Do You Wanna Hold Me stond vanaf 30 april 1983 een weekje op nummer 2 achter Let's Dance (van David Bowie).
