Boy George bezocht begin jaren tachtig op gezette basis de Londense Covent Garden, waar hij ook nog een tijdje hielp in de garderobe.
Steevast was hij in het gezelschap van bijvoorbeeld Tony Hadley, Billy Idol, Sade en Siobhan Fahey die ook tot de vaste gasten van de club werden gerekend. Als Lieutenant Lush klom hij van tijd tot tijd op het podium om mee te zingen met Bow Wow Wow. Die groep zou in 1983 dicht bij een Nederlandse nummer 1 zijn met Do You Wanna Hold Me? In 1981 besluit George zijn eigen band te formeren waarbij hij samen gaat werken met bassist Mikey Craig, gitarist Ron Hay en drummer Jon Moss. Vanwege de uiteenlopende achtergronden van het viertal, te weten een homo uit Ierland, een donkere Brit, een Joodse drummer en een blonde Engelsman kozen ze als groepsnaam Culture Club. De groep brak in eerste instantie niet door met singles als White Boy en I’m Afraid Of Me. Dat veranderde in het najaar van 1982 met Do You Really Want To Hold Me dat drie weken op nummer 1 stond in de Britse hitlijst. In ons land werd die single van de eerste plaats gehouden door Musical Youth dat met Pass The Dutchie drie weken lang te sterk was als lijstaanvoerder.
De verschijning van Boy George zorgde in de Britse bladen voor flink wat discussie. Immers was er in die tijd al een excentrieke leadzanger bij Dead Or Alive, Pete Burns. Die durfde ook te claimen da hij de eerste was met kleurrijke pakken en grote hoeden. George pareerde door te stellen dat het niet gaat om wie de eerste is maar juist om wie de beste uitvoering heeft. In oktober 1983 verschijnt het tweede album van Culture Club, Colour By Numbers. Na Church Of The Poison Heart werd Karma Chameleon de tweede single van het album. “Het nummer gaat over de angst die mensen hebben om te vervreemden. Feitelijk: als je niet oprecht bent dan zal het karma je overkomen. De manier van de natuur om je terug te betalen”, zo vertelde Boy George over het nummer. Karma Chameleon vertoont gelijkenis met Handy Man, het nummer dat Jimmy Jones en Otis Blackwell in 1959 schreven. “Ik zal dat best wel eens hebben gehoord maar het was zeker niet iets waarvan ik zei ‘ja, daar ga ik eens een kopie van maken’.” De groep zou in een tijdsbestek van nog geen vier jaar totaal 8 Top 40-hits scoren. Met Boy George ging het snel bergafwaarts want de zanger raakte verslingerd aan de drugs, eerst een jointje en later heroïne. In de zomer van 1986 wordt toetsenist Michael Rudetski dood aangetroffen in de woning van George. Later werd vastgesteld dat hij was overleden aan een overdosis. Niet veel later werd besloten maar te stoppen met de groep omdat ook de verkopen van het vierde album tegenvielen en er nauwelijks interesse bleek voor concerten.