Freddie Mercury wilde altijd laten zien waartoe hij in staat was. In The Great Pretender kon hij zijn veelzijdigheid laten zien.
Iedere keer verscheen Mercury in een andere stemming en met andere kleding en daarmee werd hij ook steeds iemand anders. The Great Pretender paste daardoor ook niet direct bij Queen en werd derhalve een solonummer van de zanger.
Het origineel is in 1955 opgenomen door The Platters. De groep scoorde succes met nummers als Twilight Time, My Prayer en Only You. De manager van de groep, Buck Ram, zette The Great Pretender op papier en daarmee scoorde de groep een Amerikaanse nummer 1-hit en een top 5-notering in het Verenigd Koninkrijk. Op het nummer is ook Zola Taylor te horen die de vrouwenstem voor haar rekening neemt. Ondanks dat The Platters als mannengroep te boek staat wordt Taylor later ook formeel lid van de band.
Tekstueel wijken de nummers af want The Platters hebben het niet over een voorstellingsvermogen maar over een man met een gebroken hart die tegen iedereen vertelt dat hij niks mankeert. Mercury ging voor de tijd, in 1987, op zoek naar de grenzen. “… just laughing and gay like a clown…”, zo zingt hij. Daarbij betekent ‘gay’ in dit kader nog vrolijk maar of dat ook de bedoeling van Mercury was blijft onduidelijk.
In de video bij The Great Pretender zijn ook Queen-drummer Roger Taylor en Peter Straker te zien die, verkleed als dragqueen, het achtergrondkoor verzorgen. The Great Pretender bereikt in de versie van Mercury de negende plek. Naast de remake van Freddie zijn er ook covers van Sam Cooke (1960), Rod Stewart (1982), Dolly Parton (1984). In 1984 stond ook Drukwerk er mee in de Tipparade, toen getiteld Kapsones.
Leuk om te weten waar de oorsprong van Top 40-hits ligt? Kijk dan ook eens op originelehits.nl